Herinneringen aan Karel ten Haaf

Door Tsead Bruinja, Anneke Claus, Ruben van Gogh, Ronald Ohlsen en Bart FM Droog

Op 17 mei 2019 overleed te Groningen op 57-jarige leeftijd de dichter, prozaïst, onderzoeksjournalist, theatermaker, radiopresentator, biograaf en politiek activist Karel ten Haaf.

Ohlsen: “Karel was zeven jaar ouder dan ik. Ik leerde hem kennen tijdens de studie Nederlands. Ik zat in het eerste jaar en hij was al behoorlijk wat jaren bezig. Hij wist ontzettend veel van literatuur en ik keek lichtelijk tegen hem op. We hebben samen een werkstuk gemaakt over literaire teksteditie.”

Droog: “Het moet eind 1994 geweest zijn dat we elkaar leerden kennen. Karel had destijds een literatuurrubriek in de Vera Krant – het huisorgaan van de Groninger undergroundtempel Vera. Daarin had hij de eerste Dichters uit Epibrerenbundel gerecenseerd, en die – zeer kritische – recensie vormde het begin van een vriendschap, die bijna vijfentwintig jaar bestaan heeft.”

Bruinja: “Karel ten Haaf zag ik voor het eerst tijdens een optreden met Droog in de kelderbar van Vera te Groningen, waarschijnlijk in 1995. Ik was net begonnen als student Engels en werd meegenomen door een medestudent.”

Droog: “Het was geen vriendschap in de zin van veel met elkaar optrekken; soms zagen we elkaar tijden niet. Maar als we elkaar zagen, konden we open en urenlang over alles en nog wat praten. Het was aanvankelijk vooral een vriendschap die zich uitte in samenwerkingsprojecten, met af en toe en af bezoek bij hem thuis, waar we te midden van zijn imposante boekencollectie onder het genot van veel alcohol lopende kwesties bespraken.

In 1995-1997 ondernamen we meerdere projecten (waarbij zelfs een absurd gedicht ontstond), met als hoogtepunten een gemeenschappelijk optreden op Lowlands (1995), het eenmalig in Oostende opgevoerde en het mede door ons geschreven theaterstuk van G.O.D. (Gronings Onafhankelijk Drama), en de bloemlezing Het Hogere Noorden, die Karel, Ruben van Gogh en ik in 1997 samenstelden.”

Een niet eerder gepubliceerde transcriptie van een OOG-radio-interview met de dames bloemlezers staat hier

Van Gogh: Het Hogere Noorden bevatte nieuw werk van alle toen levende officieel gepubliceerde dichters, woonachtig in de provincie Groningen. Wat weet ik van toen? Hij was, net als Droog, iemand zoals ik niet was, en een toegewijd werker aan deze uitgave. Wij vonden ons in Groningen.

Niet al te veel later verhuisde ik naar Utrecht en kwam hij terecht in de poule Facebookgenoten die ik van vroeger kende en door het online voortbestaan altijd bij het tijdloze heden bleven horen. Met vreemde fascinaties, dat wel: eierballen en vechtsport.”

Claus: “Karel, kaal, het podium van café Marleen betredend met een plastic tasje in zijn hand, waaruit hij een paar bundels en wat losse velletjes opdiept. Karel, vrolijk zwaaiend met zijn ene hand, terwijl hij met de andere die van Marjan vasthoudt, onderweg naar gewoon naar de Albert Heijn. Karel, roodbruin verbrand, in slaap gevallen in de zon, met op zijn buik een boek, in de tuin van de Gema. Karel in een blauwe stofjas. Karel met – krijg nou wat – een bos zwartgrijze krullen waarvan ik niet wist dat hij ze had. Karel, een punt makend tijdens een vergadering, op het puntje van zijn stoel, licht voorovergebogen, nog net niet met geheven vuist. Karel op diezelfde stoel, later op de avond, filosoferend over literatuur en het leven vanachter een glas rode wijn, met een zachte lispel in zijn radiostem. Deze beelden komen de afgelopen dagen steeds weer bij mij op.”

Ohlsen: “We dachten in velerlei opzichten op dezelfde manier over literatuur, maar onze poëzie verschilt totaal. Karel had een voorkeur voor eenvoudig ogende teksten, maar hij dacht immer zeer diep na over het leven. Dat maakte hem tot een fascinerende persoonlijkheid. Alle wanden van zijn kamer waren bedekt met boekenkasten. Net als ik had hij alle romans van Vestdijk op de plank staan. Hij had veel schrijvers compleet. Hij verzamelde ook vergeten schrijvers en schrijvers die vanwege hun radicaal-socialistische ideeën wellicht wat in de schaduw waren gebleven zoals Ger Verrips en Sal Santen.”

Droog: “Er was een aantal bindende factoren tussen ons: we hadden beiden een vader die een arm was verloren – de zijne door een treinongeluk, de mijne door een oorlog; we maakten gedichten en traden er graag mee op; we hadden een hekel aan vaag geneuzel; we hielden van drank; we waren bezorgd over het sluimerend fascisme en nazisme, en we beschouwden ons beiden als links. Over dat wat ons scheidde (Trotski, voetbal), praatten we eenvoudigweg niet.

Karel was de man die me de ogen opende over het bestaan van stalkpoëzie. Zieke gedichten, puur geschreven met de intentie om vrouwen te stalken. Aanvankelijk vond ik de zaak die hij aandroeg – de zogenaamde Joke-gedichten – nogal gezocht, maar hij wist me te overtuigen dat het wel degelijk iets was om tegen op te treden. Jaren later bleek dat stalkpoëzie een terugkerend verschijnsel in de dichtkunst is, maar dit terzijde.”

Bruinja: “Het echte contact zal jaren daarna pas gekomen bij het organiseren en presenteren van Nachtspraak in café Koekkoek en het organiseren van Dichters in de Prinsentuin. In 1999 verhuisde ik naar mijn laatste studentenkamer in Groningen, in de Lodewijkstraat vlak voor het station. Daar woonde Karel destijds in de kamer naast mij. Tijdens een van de eerste nachten werd er ‘s nachts opeens keihard André Hazes gedraaid, steeds weer hetzelfde liedje. Karel en zijn maat Harry Zijlstra waren in kennelijke staat nog een laatste borrel aan het nuttigen en zongen uit volle borst mee.”

Ohlsen: “Het was altijd een bijzonder groot genoegen om met hem tot diep in de nacht over literatuur en politiek te discussiëren. Dat hebben we verschillende malen gedaan in de loop der jaren, bij hem thuis, bij mij thuis en in de kroeg. Aan het einde van de avond hadden we het altijd over het betere Nederlandse levenslied. Toen ik nog op mijn studentenkamer woonde, hebben we tot het krieken van de dag naar Rita Hovink zitten luisteren.”

Bruinja: Als jonge dichter was ik erg onder de indruk van Karel zijn boekenkast, maar ook van zijn platencollectie. Ik vond het vooral ook mooi dat hij naast punkliefhebber ook erg van de symfonische rock van Yes hield. We dronken wel eens een biertje samen en zaten beneden graag met een boek op schoot in de zon te bakken. Karel had daar meer talent (en beter pigment) voor dan ik.

Wat ik mij ook nog goed herinner is zijn eetpatroon dat vooral bestond uit één diepvriespizza per dag, enkele blikken bier en de nodige rookwaar.”

Ruben van Gogh: “Maar op een gegeven moment kwam er toch iets langs waarbij ik graag met hem samen had gewerkt: Zieteratuur, de bloemlezing concrete en visuele poëzie, de door hem samengestelde bloemlezing concrete en visuele poëzie. In deze fascinatie hadden wij elkaar zeker gevonden als wij nog in dezelfde stad hadden gewoond. Hoe dan ook, ik zal hem op Facebook missen, een stukje tijdloos heden is een helaas verleden geworden.”

Ronald Ohlsen: “De laatste keer dat ik met Karel onderweg was, was in 2016 met de presentatietournee van de Doos van Passage, waarin van ons allebei een bundel zit. En in 2015 heb ik hem geïnterviewd voor STAD magazine (een verkorte versie van dat interview verscheen op Tzum.”

Droog: “Gelukkig heb ik in 2018 nog een dag met hem mogen optrekken. We hadden een optreden in Ruigoord. Ik haalde hem met de auto op in Groningen. Op de terugweg hebben we een Chinees in hartje Harlingen gepakt. Voldaan reden we back home. Hij had toen nog goede hoop dat de kanker bij hem middels een experimentele behandeling tot een chronische kwaal kon worden gereduceerd. Maar helaas.”

Ohlsen: “Karel lag de laatste tijd in een hospice in Groningen. Van Stefan Nieuwenhuis begreep ik dat hij geen bezoek meer ontving. Ik heb hem een kaart gestuurd.”

Droog: “Anderhalf maand geleden voor het laatst contact met hem gehad, over een zakelijk iets. Hij schreef me toen dat hij 2020 niet meer zou halen – maar dat zijn eind zo nabij was, had ik niet bevroed.”

Ohlsen: “Karel was goed gezelschap, aimabel en bescheiden en met een aanstekelijk gevoel voor humor. Het is goed hem gekend te hebben. Ik ga hem missen als een vriend.”

Claus: “En ik ben dankbaar voor wat ik van Karel heb geleerd: dat schrijven pas echt leuk is (en dat ook blijft) als je het in de eerste plaats voor jezelf doet, omdat je het moet doen om niet gek te worden, maar vooral ook voor de lol ervan. Inspiratie mag een misbruikt woord zijn, ik vind Karels productiviteit, zijn volhardendheid, en zijn lak aan wat facebook en de rest van de kritiek er wel niet van dacht, ronduit inspirerend. Om van zijn warmte en betrokkenheid nog maar te zwijgen, want ook die kant van hem zal ik erg missen. Hij kon het zelf bij tijd en wijle behoorlijk zwaar hebben, maar hij was er altijd voor een andere ‘niel in zood’. Zo ook voor mij, als jong en later minder jong, maar altijd zoekend mens. Rust zacht, lieve reus, je strijdbaarheid, je heerlijk flauwe humor, je unieke esthetica erotica en je mooie, grappige, rake woorden leven in ons voort.”

 

Continue reading
Posted in Algemeen poëzienieuws, Overlijdensberichten | Leave a comment

Poëzie is géén wedstrijd! Weg met de Grote Poëzieprijs en de Turing Gedichtenwedstrijd

Het waanidee dat poëzie een wedstrijd zou zijn wordt al jarenlang gepredikt door een aantal organisaties, die hiermee meer kapotmaken dan menig dichter lief is.

Er is maar één oplossing voor het wedstrijdenprobleem: ermee stoppen. En waarom dan wel? Dat legt Huub Beurskens uit in het artikel ‘Bedenkingen bij een grote poëzieprijs‘.

Zestien jaar (!) geleden werd er overigen al gewezen op het dubieuze karakter van sommige  poëziewedstrijden voor amateurs. We spreken de hoop uit dat Beurkens’ artikel meer impact zal hebben dan het stuk uit 2002.  

Continue reading
Posted in Algemeen poëzienieuws | Leave a comment

Verguisd en prettig vergast

Joodse organisaties distantiëren zich van Holocaustoverlevende?
Open brieven van Chawwa Wijnberg en Marianne Gossije

Door Bart FM Droog

Er is ophef uitgebroken over een ogenschijnlijk onschuldig reclamegedicht, dat groot is aangebracht op een muur van boekhandel De Drvkkerij te Middelburg. Het vers, van de hand van de Middelburgse stadsdichter Anna de Bruyckere, begint als volgt:

Aangenaam
  ter gelegenheid van 20 jaar De Drvkkerij

Ik ben waar wordt bediend, uitgekeken, even gevraagd.
Waar wordt geregeld, gegeten, gedronken. Veel verlangd.
Waar wordt gelezen, geklonken. Verguisd en prettig vergast.
Ik ben waar wordt verwend. Gevierd. Soms verstandig gedaan. (…)


Herdenkingsstenen Kamp Westerbork  [CC Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed]

Het ‘verguisd en prettig vergast’ in de derde regel ervoer Holocaust-overlevende, vaste Drvkkerijklant en oud-stadsdichter Chawwa Wijnberg (1942) als een mokerslag in het gezicht. Zij verloor in de oorlog meer dan 170 familieleden. Het merendeel werd ‘bepaald niet prettig’ vergast, zo schrijft ze in een column/open brief die ze op  haar Facebookaccount plaatste. Wijnbergs levenspartner Marianne Gossije, initiator van ‘Struikelstenen Zeeland‘, publiceerde een open brief over de affaire.

Ze gingen daartoe over omdat een lang gesprek met Drvkkerij-eigenaar Jan de Vlieger niets had opgeleverd. Wijnberg had hem uitgelegd waarom de woordcombinatie ‘Verguisd en prettig vergast’ bij haar en andere Holocaustslachtoffers en -nabestaanden, ongeacht de context, associaties oproept met de nazi-‘verguizings’-campagne tegen Joden en het vergassen in de vernietigingskampen. Ook reikte ze een alternatief aan voor de aanstootgevende passage.

De boekhandelaar bleek niet voor haar argumenten gevoelig. Wijnberg, De Vlieger parafraserend: “Want de bedoeling van de schrijfster is goed. En het woord vergast is archaïsch. (…) Dat ik door de tekst ‘geraakt’ ben vindt hij jammer, maar aan de tekst wensen hij en de auteur niets te veranderen.”

De reactie van Jan de Vlieger, in de PZC van 31 juli: “We hebben een afspraak staan met Chawwa Wijnberg om de kwestie over twee weken te bespreken, als Anna de Bruyckere terug is van vakantie. Chawwa Wijnberg heeft besloten daar niet op te wachten en nu in de openbaarheid te treden.”

Marianne Gossije: “Die afspraak over veertien dagen later bespreken drong hij Chawwa op. Het moest samen met de dichter worden besproken. Dat had hij gewoon kunnen doen, want hij had al contact gehad met de dichter. Chawwa meldde hem dat ze niet zo lang kon en wilde wachten (stress bij een oorlogstrauma is niet zo lang vol te houden.) Ze zei tegen hem dat als hij niets deed, zij zelf er iets aan zou doen, namelijk ermee naar buiten gaan. Vervolgens heeft ze toch nog vijf dagen gewacht om hem de kans te geven het op te lossen samen met de dichter. Toen was het geduld meer dan op en kwamen haar column en mijn open brief.”

De Vlieger vertelde het NPE Nieuwsblog – telefonisch – dat het gedicht er al twee maanden hing, en dat niemand er ooit aanstoot aan had genomen. Ook had hij contact gehad met de Joodse Gemeente in Zeeland, en ook in die organisatie zou niemand over de gewraakte passage gevallen zijn. Sterker nog, Joodse organisaties zouden zich distantiëren van de open brief van Wijnberg.

Organisaties distantiëren zich van uitspraken Wijnberg

Hoe, dat bleek gisteren bij Omroep Zeeland: “In een reactie op de ontzetting van Chawwa Wijnberg schrijven de besturen van de Joodse Gemeente Zeeland, de Stichting Synagoge [Middelburg] en het Etty Hillesum Onderzoekscentrum in Middelburg ‘oprecht te vinden dat de dichteres geen enkele blaam treft’. “De context van de het gedicht is totaal anders dan in de brief van Chawwa Wijnberg wordt gesuggereerd. Wij betreuren die brief en nemen er afstand van”, schrijft Luuc Smit namens de Joodse organisaties.”

Nu doet het merkwaardige feit zich voor dat van deze drie genoemde organisaties maar één een Joodse organisatie is: de Joodse Gemeente Zeeland. Stichting Synagoge Middelburg, over zichzelf: “een interconfessionele stichting waarin Joden en niet-Joden samenwerken, met als belangrijkste doelstelling de restauratie van de synagoge.” En het Etty Hillesum Onderzoekscentrum“ontstond in 2006 (…) als onderdeel van de vakgroep Talen en Culturen van het Nabije Oosten en Noord-Afrika van de Universiteit Gent”” en verhuisde in 2015 naar Middelburg. Dat is allemaal heel mooi, maar dat maakt het nog geen Joodse organisaties.

Luuc Smit, voorzanger van de synagoge in Middelburg en woordvoerder van al deze ‘Joodse’ organisaties, in de PZC van vandaag: Ik vind zo’n open brief echt beschamend. Het hele gedicht heeft op geen enkele manier iets met de Holocaust of de Joodse geschiedenis te maken. Juist in Middelburg, juist in Zeeland heeft de Joodse gemeenschap nooit problemen gehad. Er is hier bijna geen anti-semitisme. Kijk naar het gedicht: hoe mooi is het.”

In een open brief laten Smit, dr. Aad Vos en prof. dr. Klaas A.D. Smelik  namens de besturen van de drie voornoemde organisaties voorts weten: “In deze tijd waar de Israël-haat (lees Jodenhaat) weer hoogtijd viert, is het belangrijk om onze gevoeligheden en reacties daarop niet uit te dragen in situaties en naar personen toe, die daar niets mee van doen hebben.”

Zwijgen over de door de Jodenvervolging ontstane gevoeligheden? Veel gekker moet het niet worden.

Nooit problemen?

Het is ook wel opmerkelijk dat Luuc Smit de moord op meer dan 120 Zeeuwse Joden, waarvan 48 uit Middelburg stamden, niet als ‘problemen’ ziet, en het hedendaagse anti-semitisme, dat overal in het land, dus óók in Zeeland, steeds weer de kop blijft opsteken, enerzijds negeert en anderzijds beaamt.

Al even opmerkelijk is Smits en De Vliegers verdediging van het werkwoord ‘vergasten’. De Vlieger: “Vergasten is een archaïsch woord. ”Smit: “Het woord ‘vergasten’ is een gewoon Nederlands woord en is zeker vaker te vinden in teksten. De dichteres heeft er geen enkele nare bedoeling mee; het gaat om een ode aan een restaurant”.

Het is beiden en de dichteres kennelijk ontgaan dat sommige Nederlandse woorden of woordcombinaties na 1945 om voor de hand liggende redenen in onbruik zijn geraakt. Men denke aan woorden als ‘weermacht’, ‘volks’, ‘landdag’ en ook aan het werkwoord ‘vergasten’ – juist omdat dit in vervoegingen te veel associaties met de moord op ruim honderdduizend Nederlandse Joden oproept.

Juist een dichter zou zich bewust moeten zijn van het gegeven dat sommige woordcombinaties in onnozele gedichten volstrekt anders kunnen uitpakken dan de bedoeling was. Dit geldt zeker voor Anna de Bruyckere, die op haar Facebook-account meldt: “Er zijn weinig schrijvers-denkers van wie ik evenveel houd als van Etty Hillesum. Dit najaar is het 75 jaar geleden dat ze stierf in Auschwitz.”

Anna de Bruyckere

Helaas houdt Anna de Bruyckere zich zowel voor de PZC als het NPE Nieuwsblog onbereikbaar voor een reactie.


Bijlagen
(1) Column Wijnberg
(2) Open Brief Gossije
(3) bronnen

(1) Verguisd

Naar verluidt is onze nieuwe stadsdichter hier in Middelburg hooggeschoold en zeer gevoelig.
In het lofdicht dat zij voor het twintigjarig bestaan van de boekhandel De Drukkery schreef, groot aangeplakt daar, vermeldt zij voor de bezoekers van de inpandige brasserie: “Waar wordt gelezen, geklonken.Verguisd en prettig vergast.”

Door deze laatste vier woorden lijkt ze mij niet gevoelig voor de recente geschiedenis. In Middelburg liggen 48 struikelstenen voor Joodse burgers die bepaald niet prettig vergast zijn. Wel verguisd destijds, maar wie weet dat nog.

Jan de Vlieger, voormalig dominee, de huidige eigenaar van de Drukkerij, ziet geen probleem met deze tekst. Want de bedoeling van de schrijfster is goed. En het woord vergast is archaïsch. Daar moet haar hooggeschoolde geest op aangesproken worden, schat ik.

Dat ik door de tekst ‘geraakt’ ben vindt hij jammer, maar aan de tekst wensen hij en de auteur niets te veranderen.

Ik denk dat haar muze een bruin modderbrein heeft, maar daar bedoel ik niets naars mee. Echt niet. Dat is mijn muze die zich zo bevlogen en geïnspireerd uitlaat.

Geraakt? Geschokt en bitter verdrietig. Al dagen.

Het is dus nu mijn probleem. Jullie kennen me, geef mij een probleem en ik doe er iets mee. Daarom schreef ik de volgende brief aan mijn onbekommerde collega.

Geachte stadsdichter,

Dit wordt helaas geen leuke brief. Als dichter wilt u gelezen worden, denk ik. Goed gelezen. U kiest uw woorden, neem ik aan, met zorg. Elk woord doet er toe.

Omdat ik de eerste stadsdichter was hier in Middelburg, beschouw ik mij als uw collega.
Tot mijn grote schrik las ik uw grote gedicht op de muur bij de Drvkkery. De woorden die me schokten staan in het eerste couplet. De Drvkkerygasten worden in uw tekst “prettig vergast”. Pardon?
Ik wil u even aan een paar van mijn familieleden voorstellen die vergast zijn. Niet prettig vergast, kan ik u verzekeren. Mijn grootmoeder Rebecca (Bep) Gobits, mijn grootvader Salomon (Sal) Gobits, mijn nichtje van vijf jaar Elleke Keizer en het nog kleinere neefje, een baby nog, Hansje Keizer. En verder mijn andere grootmoeder, ooms en tantes, oudooms en oudtantes, met hun vele kinderen, meer dan 170 familieleden. In Auschwitz. In Sobibor.

Ik raakte geheel van streek. Het kleine laagje vernis waardoor ik me staande weet te houden, me beleefd en vriendelijk tracht te gedragen, brak.

Door uw achteloos opgeschreven woorden zijn de afgelopen dagen bij mij weer helse beelden in mijn herinnering opgestaan. Grootouders naakt en kaalgeschoren onder de zogenaamde douche. Het gifgas. Het orkest dat prettige klassieke muziek moest spelen om het gekerm en gegil te overstemmen. Ik word er gek van in mijn hoofd. Dat noemen we achteloos PTSS, post traumatische stress stoornis.
Mijn moeder is met mij gevlucht toen ik zestien dagen oud was. En na vele onveilige onderduikadressen vond zij uiteindelijk een ‘veilige’ plaats voor ons.

Tot nu toe heb ik Middelburg als veilig beschouwd en met name de Drvkkery als geliefde winkel. Uw gedicht, dat ongetwijfeld niet zo bedoeld was, heeft dit op losse schroeven gezet. Ik ben geschokt en immens verdrietig.

Ik doe u een suggestie: vervang in het woord ‘vergast’ de ‘g’ door een ‘r’ zodat u uw rijmwoord niet kwijt bent.

Chawwa Wijnberg
1942

(2) Gas of gast?

Middelburg heeft momenteel een stadsdichter die van alle markten thuis is. Een eigenschap die in een koopmansstad soms leidt tot uitglijers op het doornige pad van inlevingsvermogen en historisch besef.

Anna de Bruyckere, die zichzelf benoemt als zeer gevoelig en hoogopgeleid, heeft zich met haar gelegenheidsgedicht ‘Aangenaam’ op gênante wijze verslikt in haar eigen onwetendheid.

Op een muurtje in boekhandel de Drukkerij merkt zij op dat de gasten in dit etablissement ‘verguisd en prettig vergast’ worden. Heel toepasselijk hangt deze zinsnede om de hoek van de oven van de betreffende inpandige Brasserie.

De dichteres en de Drukkerij zitten er blijkbaar niet mee dat sommige gasten liever niet geconfronteerd worden met een dergelijke wansmakelijkheid, want zij noch nieuwe eigenaar Jan de Vlieger vindt het nodig om het archaïsche ‘vergast’ te vervangen door het geen aanstoot gevende ‘verrast’.

De overgevoeligheid van de paar nog levende Joodse oorlogsslachtoffers doet er blijkbaar niet meer toe. Het is niet zo bedoeld, dus wat kan het schelen? Alsof het verruilen van die ene letter ‘g’ voor een ‘r’ literaire zelfmoord is.

Een stadsdichter en een koopman/dominee zonder compassie zijn een schandelijke en schadelijke smet op het blazoen van een stad met culturele en historische pretenties.

Marianne Gossije, literair vertaler, initiator Struikelstenen Zeeland

3. Bronnen

Facebookaccount Chawwa Wijnberg
https://www.facebook.com/chawwa.wijnberg
Facebookaccount Marianne Gossije
https://www.facebook.com/marianne.gossije
Facebookaccount Anna de Bruyckere
https://www.facebook.com/profile.php?id=100008849070291
E-mails en telefoongesprekken Chawwa Wijnberg en Marianne Gossije aan/met auteur, 29/31-07-2018.
Telefoongesprek Jan de Vlieger – Bart FM Droog, 30-07-2018.
Jan van Damme. Ophef over dichtregel in boekhandel Middelburg: ‘Dit is wansmakelijk’. PZC, 30/31-07-2018.
https://www.pzc.nl/zeeuws-nieuws/ophef-over-dichtregel-in-boekhandel-middelburg-dit-is-wansmakelijk~ace014a7/
Stadsdichter Middelburg verguisd door voorganger om het woord ‘vergast’. Omroep Zeeland, 30-07-2018.
https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/107316/Stadsdichter-Middelburg-verguisd-door-voorganger-om-het-woord-vergast
Luuc Smit, dr. Aad Vos en prof. dr. Klaas A.D. Smelik. Reactie open brief van mevrouw Gossije en Wijnberg. PZC, 30-07-2018.
https://www.pzc.nl/redactie/extra/Briefjoodsegemeentezeeland.pdf
Joodse organisaties storen zich niet aan ‘vergast.’ Omroep Zeeland, 30-07-2018.
https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/107324/Joodse-organisaties-storen-zich-niet-aan-vergast
Maarten Dessing. Jubileumgedicht voor 20-jarig De Drukkerij (Middelburg) veroorzaakt ophef. Boekblad, 31-07-2018.
https://boekblad.nl/Nieuws/Item/jubileumgedicht-voor-20-jarig-de-drukkerij-middelburg-veroorzaakt-ophef
Joden en Jodenvervolging. Zeeland 1940-1945. Een overzicht van gebeurtenissen. [Gezien 31-07-2018]
https://www.oorlogzeeland.nl/index.php/jodenvervolging

 

Continue reading
Posted in Algemeen literair nieuws, Algemeen poëzienieuws, Uncategorized | Leave a comment

Boekenweekrel 2018-2019: vrouwen nog steeds achtergesteld in de letteren

666_geweldEn zo besloot Stichting CPNB de Boekenweek 2019 het thema ‘De moeder de vrouw‘ (naar het klassieke gedicht van M. Nijhoff) te geven, waarbij het lucratieve voorrecht van het schrijven van het Boekenweekgeschenk en het Boekenweekessay aan mannelijke auteurs werd toegekend. Dit is een groot aantal auteurs, critici, uitgevers en andere mensen uit het boekenvak in het verkeerde keelgat geschoten.

Niet vanwege het gedicht, niet vanwege de namen van de uitverkoren auteurs, maar omdat het thema nogal rolbevestigend is en vrouwen structureel achtergesteld worden door de CPNB: de keren dat een vrouw in de afgelopen twintig jaar een Boekenweekgeschenk mocht schrijven zijn op de vingers van een hand te tellen – en dan nog blijft er een vinger over.

Daarom namen Babs Gons, Sanneke van Hassel, Tjitske Jansen, Jannah Loontjens, Eva Meijer, Christine Otten, Roos van Rijswijk, Fleur Speet, Florence Tonk en Manon Uphoff het initiatief tot het schrijven van een open brief aan de CPNB. Deze brief, op 18 juni 2018 in zowel het NRC Handelsblad, NRC Next als in De Morgen gepubliceerd, werd aanvankelijk door zo’n driehonderd letterkundigen ondertekend – een aantal dat inmiddels is opgelopen tot ruim zeshonderd en nog steeds groeiende is – zie de brief en de namen van de ondertekenaars op  www.demoederdevrouw.nl.

De achtergestelde positie van vrouwen in de literatuur blijkt niet alleen uit de toekenningen van Boekenweekschrijfopdrachten aan vooral mannen, maar ook uit het recente onderzoek van Corina Koolen naar de perceptie van vrouwen in de literatuur. Zij toonde aan dat slechts 25% van de grotere literaire prijzen door vrouwen gewonnen wordt.

Men zou kunnen betogen dat dit komt omdat vrouwen – zeker in de poëzie – verantwoordelijk zijn voor maar een relatief klein deel van de jaarlijkse titelproductie. Maar wie dat doet, draait de situatie om: voor vrouwen is het juist moeilijker om een dichtbundel gepubliceerd te krijgen dan voor mannen. Dát blijkt uit twee zaken: de man-vrouw verhouding ‘onderaan’ het literaire speelveld, te weten de literaire periodieken, de open podia, de poetry slams en etcetera is vrij normaal: 50/50. Maar het gaat mis bij de doorstroming naar bundels. Dat blijkt uit onderstaande cijfers van de jaarlijkse nieuwe dichtbundelproductie bij de reguliere uitgeverijen:

1901: 23 dichtbundels. 2 vrouwen: 8,69%.
1906: 21 dichtbundels. 1 vrouw: 4,76%.
1911: 37 dichtbundels. 3 vrouwen: 8,1%.
1916: 39 dichtbundels. 7 vrouwen: 17,94%.
1921: 34 dichtbundels. 6 vrouwen: 17,64%.
1926: 55 dichtbundels. 10 vrouwen: 18,18%.
1931: 50 dichtbundels. 6 vrouwen: 12%.
1936: 83 dichtbundels. 13 vrouwen: 15,66%.
1941: 121 dichtbundels. 8 vrouwen: 6,6%.
1946. 123 dichtbundels. 12 vrouwen: 9,75%.
1956. 92 dichtbundels. 10 vrouwen: 10,86%
1963. 96 dichtbundels. 16 vrouwen: 16,66%
1968. 100 dichtbundels. 18 vrouwen: 18%.
1974. 160 dichtbundels. 23 vrouwen: 14,37%
1986. 183 dichtbundels. 35 vrouwen: 19,12%
2003. 153 dichtbundels. 42 vrouwen: 27,45%
2008. 189 dichtbundels. 38 vrouwen: 20,1%
2013. 160 dichtbundels. 42 vrouwen: 26,25%

Bron: www.nederlandsepoezie.org/jl

Er is moet dus op het gebied van vrouwenemancipatie in de letteren nog heel veel gebeuren. In dat licht gezien is het positief te noemen dat Esther Scholten en Henk Pröpper van de CPNB vandaag in het NRC Handelsblad/de NRC Next aangeven graag in gesprek te gaan met de initiatiefnemers van de open brief. Tegen Nieuwsuur vertelden ze dat het Boekenweekgeschenk in 2020 door een vrouw geschreven gaat worden.

Als dat beleid de komende tien jaar gecontinueerd wordt, dan komen we nog eens ergens.

Bart FM Droog

Zie ook:
Corina Koolen. Reading Beyond the Female. The relationship between perception of author gender and literary quality. ILLC, 2018. 322 blz.
Ianthe Mosselman. ‘Het gaat de CPNB kennelijk te ver om daadwerkelijk een vrouw iets te laten schrijven over vrouwen’. De Volkskrant, 15-06-2018.
https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/-het-gaat-de-cpnb-kennelijk-te-ver-om-daadwerkelijk-een-vrouw-iets-te-laten-schrijven-over-vrouwen-~b6642186/
[Babs Gons, Sanneke van Hassel, Tjitske Jansen, Jannah Loontjens, Eva Meijer, Christine Otten, Roos van Rijswijk, Fleur Speet, Florence Tonk en Manon Uphoff]. Mogen vrouwen ook iets zeggen als het over vrouwen gaat? NRC, 17-06-2018.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/17/beste-cpnb-het-is-2018-a1606929
Fleur Speet e.a. Opnieuw worden vrouwelijke auteurs overgeslagen. De Morgen, 17-06-2018.
https://www.demorgen.be/opinie/opnieuw-worden-de-vrouwelijke-auteurs-overgeslagen-bd41a1ce/
Nynke Verschuer. Man of vrouw. Dat is de vraag’. NRC, 18-06-2018.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/18/man-of-vrouw-dat-is-de-vraag-a1607083
Rob Schouten. Met oogkleppen op koos de CPNB voor Isik als schrijver van het boekenweekgeschenk. Trouw, 18-06-2018.
https://www.trouw.nl/opinie/met-oogkleppen-op-koos-de-cpnb-voor-isik-als-schrijver-van-het-boekenweekgeschenk~a2d0cbb7/
CPNB reikt critici ‘genderongelijke’ Boekenweek de hand. Dagblad van het Noorden, 18-06-2018.
http://www.dvhn.nl/cultuur/CPNB-reikt-critici-%E2%80%98genderongelijke%E2%80%99-Boekenweek-de-hand-23286486.html
Nynke Verschuer. CPNB: negatieve reacties rond Boekenweek ‘niet verwacht’. NRC, 18-06-2018.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/18/cpnb-negatieve-reacties-rond-boekenweek-niet-verwacht-a1606990
Esther Scholten en Henk Pröpper. Aan het roer, niet achter het fornuis. NRC, 18-06-2018.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/18/aan-het-roer-niet-achter-het-fornuis-a1607027
Xandra Schutte. De vrouw, niet de baarmoeder. NRC, 18-06-2018.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/18/de-vrouw-niet-de-baarmoeder-a1607026
‘Vrouwen al eeuwenlang achtergesteld in de literaire wereld’. NOS, 18-06-2018
https://nos.nl/artikel/2237181-vrouwen-al-eeuwenlang-achtergesteld-in-de-literaire-wereld.html
Commentaar. Alleen boeken vanuit mannelijke blik leidt tot literatuurarmoede. NRC, 19-06-2018.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/19/seksisme-alleen-boeken-vanuit-mannelijke-blik-leidt-tot-literatuurarmoede-a1607065

Continue reading

Posted in Algemeen literair nieuws | Leave a comment

Index Poetry – nieuwe poëzieboekhandel en trefpunt

index-poetry-logo

Vanmiddag om 16.00 uur, vrijdag 18 mei 2018, vindt de feestelijke opening plaats van Index Poetry. Deze aan de Leidse Herenstraat 83 gevestigde boekwinkel is gespecialiseerd in poëzie.

Index Poetry biedt onderdak aan de complete poëziefondsen van relevante Nederlandse uitgevers. Het gaat om duizenden titels, zowel de nieuwe en courante als oudere bundels die niet altijd meer makkelijk te krijgen zijn. Daarnaast staat een even groot aantal buitenlandse titels op de planken. Bloemlezingen en tweetalige uitgaven zijn een zwaartepunt.

Behalve een fysieke en online winkel met een rijk en veelzijdig assortiment zal Index Poetry trefpunt zijn voor evenementen, lezingen, boeklanceringen, workshops, cursussen en overige activiteiten, waarbij plaats is voor zo’n vijftig mensen.

Index Poetry is een initiatief van Anne ter Beek en Christiaan van Minnen, van boekhandel Index Books. Dit boekenbedrijf, eveneens gevestigd in de Herenstraat te Leiden, heeft als klanten multinationals en vooraanstaande onderzoeksinstituten, centrale en lagere overheden, universiteitsbibliotheken en publiekrechtelijke organisaties, musea, ziekenhuizen en kloosterbibliotheken.

Index Poetry is ondergebracht in een aparte stichting. Ter Beek en Van Minnen: “Er is geen winstoogmerk, maar wel een solide basis doordat de aanvangsinvestering, logistiek, huisvesting, automatisering en capabel personeel al zijn verzekerd.”

Van Minnen: “Bij de opening op 18 mei puilt het ook enigszings uit naar buiten natuurlijk. Nndex Poetry is gevestigd op nr. 83 in de Herenstraat, en daarnaast hebben we op nr. 79 ook nog ons hoofdkantoor van drie verdiepingen. Bij de opening stellen we ook dat open voor het nieuwsgierig publiek. Het is in het afgelopen half jaar mooi verbouwd met o.a. op maat gemaakte inbouwkasten, met zo’n fijne bibliotheekladder ervoor.

Nadere informatie:

Stichting Index Poetry / Index Poetry Foundation
Herenstraat 83d
2313 AG Leiden
Tel: 071-73.70.073 / 00-31-71.73.70.073
e-mail: info@indexpoetry.nl
site: www.indexbooks.nl/poetry

Continue reading
Posted in Algemeen poëzienieuws | Leave a comment

Republikeins plagiaat op Oranjebloemlezing uit 1946

Onlangs verschenen in De Republikein, het tijdschrift van het Republikeins Genootschap, twee artikelen¹ over Oranjepoëzie, oftewel lofdichten op de Oranjes. De Republikein leidde het recentste artikel als volgt in:

republikein-hermelijnvlo

“De Oranjes staan niet bekend als groot cultuurliefhebbers. De odes, ereverzen en lofzangen aan hun adres zijn er dan ook naar. Zelden werd zoveel literaire bagger, al dan niet in opdracht, uitgestort als over hun koninklijke hoofden. Het tweede deel van Paul Damen’s drieluik over dichters in de schaduw van Oranje.”

Paul Damen? Dat is toch de man van het grove plagiaat en verder bedrog in Bloemen van het Kwaad. Gedichten van dictators? Ja – dus alle reden voor een onzer medewerkers om die recente stukken met de nodige argwaan te bestuderen.  Waarbij al snel bleek dat Damen ook ditmaal weer grof plagiaat gepleegd heeft. Hij plunderde ditmaal onder meer uit:

Dichters om Oranje. Oranjepoëzie van Willem de Zwijger tot heden. Samengesteld door Anton van Duinkerken en P.J.G. Huincks. Uitgeverij en drukkerij Hollandia, Baarn, 1946.
Indische Letteren, jaargang 13.  Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn, 1998
Wikipedia
H. Duits. Van Barthelomeusnacht tot Bataafse opstand. Studies over de relatie tussen politiek en toneel in het midden van de zeventiende eeuw
. Uitgeverij Verloren, 1990.

Zie voor meer  over dit nieuwe plagiaat: ‘Plagiarists never do it once’. Droog Magazine, 13 april 2018.

Posted in Poëzie-oplichters en andere vreemde zaken | Leave a comment

Rob de Vos (1955-2018)

Droef nieuws  vanuit Meander:

Verdrietig en verslagen moeten wij u meedelen dat Rob de Vos eerder deze week thuis in zijn woonplaats Hoogvliet plotseling is overleden. Hij zou op 20 mei 63 jaar zijn geworden.

Rob was de geestelijke vader van Meander. In 1995, een jaar nadat internet (toen nog met een hoofdletter geschreven) op grotere schaal in Europa was geïntroduceerd, zette hij, nadat hij iets dergelijks eerder al op papier had gedaan, een literaire e-mailnieuwsbrief met een bijbehorende website op en noemde het geheel Meander.

Meander beoogde (en beoogt) vooral kansen te geven aan beginnend literair talent, maar al snel bleken ook meer gevestigde dichters graag bereid om in Meander te publiceren. In de loop van de jaren heeft een enorme hoeveelheid dichters (op den duur werd uitsluitend voor poëzie gekozen en werd het publiceren van literair proza verlaten) in Meander gepubliceerd en heeft een keur aan mensen (net als Rob zelf altijd om niet) aan Meander meegewerkt. De wekelijkse nieuwsbrief heeft een bereik van ruim 7000 abonnees.

Rob was in al die jaren de spil van Meander. Hij was webmaster, redacteur, ideeënbedenker, boekhouder en bestuurder. De leegte die hij achterlaat is nauwelijks te overzien. Toch hebben wij de intentie om op de een of andere wijze met Meander door te gaan. Daar hebben wij tijd voor nodig en we vragen daarvoor uw begrip.

Bestuur, redactie en medewerkers van Meander

Contact: spaanalja57@gmail.com
——————————————

De Nederlandse Poëzie Encyclopedie wenst Robs familie en vrienden alle sterkte toe. We zullen hem blijven herinneren als een bevolgen en integer mens.

Zie ook:

Sander de Vos. ‘Small is beautiful’. Interview met jubilerende Rob de Vos. Meander, 5 april 2008.

Continue reading
Posted in Overlijdensberichten | Leave a comment

De dood van Hitler. Het ware verhaal?

Of: hoe uitgevers en instanties het publiek misleiden

Bespreking

de-dood-van-hitler-la-mort-dhitler-the-death-of-hitler

Jean-Christophe Brisard en Lana Pershina De dood van Hitler. Het ware verhaal. Polis / Nieuw Amsterdam, 2018. 320 blz. € 22,50. Vertaling van La mort d’Hitler. Dans les dossiers secret du KGB ( Fayard, 2018)
Ada Petrova and Peter Wilson. The Death of Hitler. The Full Story with New Evidence from Secret Russian Archives. W.H. Norton & Company. New York / London, [1995]. 180 blz. € 14, 49.

Er is toch echt iets raars gaande, op Hitler- en nazigebied: in 2016 biedt het Duitse veilinghuis Weidler in Neurenberg maar liefst 79 nieuwe Hitleraquarellen en -tekeningen aan. In datzelfde jaar lanceert de Nederlandse uitgeverij Koppernik met veel bombarie een boek met ‘heuse’ gedichten van Adolf Hitler – ze bleken allen nep. In 2017 presenteert het eveneens Nederlandse uitgeefhuis Just Publishers het boek Oorlogsouders, waarin auteur Isabel van Boetzelaer haar Duitse grootouders ophemelt als felle antinazi’s – terwijl haar grootvader in werkelijkheid een gewetenloos kampcommandant was en ook haar grootmoeder niet bepaald vies was van het nazisme.

Ook in 2017 beweert het NIOD, Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies, vol trots er ‘vrijwel zeker’ van te zijn een echt Hitler-aquarel te bezitten. Het blijkt een niet te onderbouwen uitroep. Begin 2018 klinkt een tweede ‘heuse Hitler in Nederland’-claim. Ditmaal gedaan door de directeur van het Limburgse oorlogsmuseum Eyewitness. Ook in dit geval wordt al snel duidelijk dat het schilderwerkje een dertien-uit-het-dozijn-product uit de Hitlervervalsingenindustrie is. Een industrietak met een jaarlijkse omzet van vele miljoenen euro’s.

De verdere overeenkomsten tussen al deze gevallen: de verzamelde pers juicht aanvankelijk kritiekloos de verschijning van de nieuwe Hitlers en publicaties toe, en papegaait al even kritiekloos de ongefundeerde beweringen van het NIOD, veilinghuismedewerkers en de museumdirecteur na. En als blijkt dat er écht iets fundamenteels mis is met die boeken en claims, gaat de pers pas schoorvoetend over tot rectificatie, áls ze dat al doen.

En dan is er nu weer een nieuwe claim. De Belgische uitgeverij Polis en het Hollandse uitgeefhuis Nieuw Amsterdam hebben het boek De dood van Hitler. Het ware verhaal uitgebracht, een vertaling van La mort d’Hitler. Dans les dossiers secret du KGB (uitgeverij Fayard, 2018) van de de Fransman Jean-Christophe Brisard en de Russische Lana Pershina. Het zou nieuwe inzichten bevatten over de dood van een van de beruchtste dictators aller tijden.

Het klinkt heel spannend – maar het ‘ware verhaal’ is al tenminste drieëntwintig jaar bekend. In 1995 verscheen The Death of Hitler. The Full Story with New Evidence from Secret Russian Archives (W.H. Norton & Company. New York / London) van de hand van de Russische historica Ada Petrova en de Britse journalist Peter Wilson.

De oorspronkelijke Franse titel van het nieuwe boek lijkt als twee druppels water op die van het Engelstalige werk. Dat is geen toeval, want qua echte inhoud – de beschrijving van de laatste dagen en de zelfmoord van Hitler, de vondst van het lijk, de autopsies, het latere gezeul met Hitlers kadaver, de verhoren van ooggetuigen – komt het Franse boek vrijwel één-op één overeen met het Engelstalige werk uit 1995. In het zeer gebrekkige bronnen- en notenapparaat van het huidige boek wordt evenwel met geen woord gerept over dat werk uit 1995. Hetzelfde lot treft veel van de andere studies waaruit Brisard en Pershina leentjebuur hebben gespeeld.

Plagiaat?

Dit alles roept de vraag op: is De dood van Hitler. Het ware verhaal plagiaat of niet? Enerzijds zijn de teksten in sterk geparafraseerde vorm overgeschreven en vermengd met overduidelijk onbetrouwbare informatie van bijvoorbeeld de pathologisch leugenaar Albert Speer. Anderzijds is het duidelijk dat de hoofdbron bewust verzwegen wordt. Bewust, inderdaad, want anders zou deze wel in het bronnenapparaat hebben gestaan. En dát maakt dit boek wel degelijk tot een plagiaatgeval.

Het enige nieuwe aan de dood van Hitler. Het ware verhaal is eindeloos gezever over de queeste van de Fransoos en Russin naar ‘t ‘ware verhaal’, en het halfslachtig aanstippen van een affaire uit 2009. In dat jaar beweerde de Amerikaanse archeoloog Nick Bellantoni, dat hij DNA-onderzoek verricht zou hebben op botmateriaal afkomstig van een Hitler toegeschreven schedeldakfragment, dat sinds 1946 in Moskou bewaard wordt. Hij zou ontdekt hebben dat de schedel aan een vrouw zou hebben toebehoord.

Nu is er geen enkel bewijs dat deze Amerikaan ooit toegang heeft gehad tot dat botmateriaal. Case closed, zou je zeggen – maar nee, Brisard en Pershina blijven er maar op terugkomen. Is het om te verhullen dat ze eigenlijk helemaal niets nieuws te vertellen hebben?

Hoe het ook zij: Jean-Christophe Brisard, Lana Pershina en de verantwoordelijke uitgevers tonen met De dood van Hitler. Het ware verhaal hoe Hitler blijft verkopen, zelfs als er helemaal niets nieuw over de onbeste man of zijn kadaver te vertellen is.

Het is treurig dat uitgeverijen en instanties middels dit soort publicaties en uitlatingen het publiek voorliegen en oplichten.

De waarheid is namelijk dit: op 30 april 1945, rond 15.30 uur, pleegde Hitler met zijn vrouw Eva Braun zelfmoord in Berlijn. Hun half verbrande lijken werden op 5 mei 1945 uit de tuin van de Reichskanzlei overgebracht naar een onderkomen van het Sovjetleger. Gebitsonderzoek wees voor 100% zekerheid uit dat de twee geblakerde kadavers Hitler en Braun waren. Een gegeven dat de Sovjets lange tijd onder de pet hielden, maar dat uiteindelijk in 1968 (dus vijftig jaar geleden!) openbaar werd gemaakt. Alle details over de autopsies werden in 1995 uit de doeken gedaan. Ook alle achterliggende politieke overwegingen over de geheimhouding en de Sovjetverhoren van SS-ers die bij de barbecue van Hitler betrokken waren kwamen in 1995 uitgebreid aan de orde.

Wie dit allemaal anno 2018 als ‘nieuws’ presenteert is niet goed snik.

 
© Bart FM Droog, 2018
Met dank aan Jaap van den Born en Maarten van Voorst.

 

Continue reading
Posted in Algemeen literair nieuws, Poëzie-oplichters en andere vreemde zaken | Leave a comment

F. Starik (1958-2018)

starik_f_npeDichter F. Starik is op vrijdag 16 maart 2018 in zijn woonplaats Amsterdam op 59-jarige leeftijd overleden. Een hartstilstand werd hem fataal, zo berichtte zijn uitgeverij vandaag.

Zie verder: F. Starik

Dit overlijden is des te schokkender omdat nog geen twee maanden geleden de goed met hem bevriende dichter Menno Wigman op slechts 51-jarige leeftijd overleed.

We wensen zijn nabestaanden en vrienden heel veel sterkte toe.

De uitvaart vindt plaats op vrijdag 23 maart plaats, 14.30 uur, begraafplaats Sint Barbara, Spaarndammerdijk 312, 1014 AA Amsterdam.

foto: F. Starik, 2013
© Kasper Vogelzang
Continue reading
Posted in Overlijdensberichten | Leave a comment

Menno Wigman-herdenking in Bonn

herdenking-bonn-2018Vanavond, 9 maart 2018, vindt in boekhandel Böttger te Bonn een Menno Wigman-herdenking plaats, met medewerking van zijn Duitse vertalers Gregor Seferens en Stefan Wieczorek. Aanvang 20.00 uur, gratis entree.
Met dank aan uitgeverij Parasitenpresse.

Buchhandlung Böttger, Thomas -Mann-Strasse 41, Bonn.
www.buchhandlung-boettger.de

Continue reading
Posted in Algemeen poëzienieuws | Leave a comment