“Hij paste zich niet goed aan in Groningen; hij stond stijf van de minderwaardigheidscomplexen en leed daarom aan grootheidswaanzin.” Aldus verklaarde Ab Visser in 1970 waarom dichter/prozaïst en vertaler Jan H. Eekhout (1900-1978) zich tot de NSB ‘bekeerd’ zou hebben.
Nu dient gezegd dat Eekhout vóór de Tweede Wereldoorlog een behoorlijk succesvol auteur was, die op zich geen enkele reden had om zich op literair vlak miskend te voelen. Hij kreeg zelfs van diverse uitgeverijen de kans allerhande vertalingen uit te brengen van teksten en gedichten uit talen die hij waarschijnlijk niet machtig was – o.a. het Sumerisch, het Chinees, het Turks en het Fins.
Maar zijn grootste claims to fame vormen toch wel zijn in 1942 gefabriceerde uittreksel van D.F. Scheurleers Van varen en van vechten (1914) en zijn op leentje-buur gebaseerde boek Pastoor Poncke – meer daarover op Neder-L in het artikel
‘Van varen, vechten, plunderen en plagiaat‘.
Wat ergens heel jammer is, want daardoor is een beetje in de vergetelheid geraakt dat hij ook dit boek uitbracht:
De neger zingt. Amerikaanse negerlyriek. [Gekozen, vertaald en ingeleid door] Jan H. Eekhout. Uitgeversmij. Holland, Amsterdam, [1936]. 67p. 3de [gecorrigeerde] druk in [1941], 67p.
Toch wel een opmerkelijk boek voor een latente nazi-dichter.
————————————
Dit bericht is onderdeel van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie
Partners: Poëziecentrum Gent | Ensafh | Neder-L |
Poëziecentrum Nederland | Poëzieweek | Perdu
Dit bericht is mede mogelijk gemaakt door:
Een opmerkelijk boek voor een latente nazidichter. Misschien wel, maar niet uniek. De dichter Martien Beversluis, die wat minder latent fout was, bracht ook zo’n boek op de markt.