De uitgever van de omstreden poëzieuitgeverij de Contrabas, Chrétien Breukers, beweerde vorige week in De Volkskrant (4 september 2014): “Een bijdrage in de kosten van een uitgave is tegenwoordig geen uitzondering, talloze uitgeefmodellen zijn hierop gebaseerd en zeker voor de poëzie is het volkomen gerechtvaardigd.”
Dit roept de vraag op: hoe ziet het uitgeefmodel van deze uitgeverij er eigenlijk uit? Navraag onder dichters die onlangs een bundel bij de Contrabas hebben uitgebracht leert dit:
In enkele gevallen heeft Breukers de dichters niét om een eigen bijdrage gevraagd – dit gaat om een enkele dichter uit de directe omgeving van Breukers (lees: het Utrechts Dichtersgilde) en om een dichter met een sleutelpositie in de media. Poëten die de uitgever uit tactische overwegingen te vriend wil houden. Deze verzenbakkers zijn dan ook heel blij met hun uitgever – tot ze beseffen dat a. de drukker niet betaald is, b. de oplage van hun boek niet 350 maar 100 ex. bedraagt, c. hun boek nergens verkrijgbaar is, d. dat ze nooit inzage in de verkoopcijfers krijgen, en e. dat ze kunnen fluiten naar royalty’s.
[dit is een ge-updated fragment uit het interview dat Jan Holtman in september 2014 met Bart FM Droog hield, voor Slaavier. Lees het hele interview op http://www.slaavier.nl/Interviews/ ]
———————————–Dit bericht is onderdeel van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie
Geplaagd door geldoverlast? Adopteer een dichter!Partners: Poëziecentrum Gent | Ensafh | Neder-L |
Poëziecentrum Nederland | Perdu | Poëzieweek |
Dit bericht is mede mogelijk gemaakt door: —————————————-
Overnachten bij Berlijn?
Das Haus am Salzhof
Pension, 60 km van Berlijn.