Afgelopen zaterdag schreef Arjan Peters in De Volkskrant-bijlage Sir Edmund over Ilja Leonard Pfeijffer: “Hij zou weleens de eerste Nederlandse dichter kunnen zijn die zich aan de sonnettenkrans waagt”. Dit naar aanleiding van het door Pfeijffer geschreven Poëzieweekgeschenk, de sonnettenkrans Giro giro tondo.
Peters: “In sommige literatuurgeschiedenissen wordt de Mathilde-cyclus van Jacques Perk (die in 1881 overleed) een sonnettenkrans genoemd, maar dat is onjuist.” Pfeijffer valt hem bij: “Tot zich iemand bij mij meldt, kan ik volhouden dat ik de eerste sonnettenkransdichter van Nederland ben.


Het antwoord is te vinden in het Nationale Dagblad (een ietwat nationaal-socialistische krant) van 12 mei 1944:”De sonnettenkrans is een technisch uiterst moeilijke vorm; de Echo moet de veertien beginregels van de voorafgaande veertien sonnetten bevatten, de voor- en na-zang moet in quattrijn- en terzine-vorm gedicht zijn.” Een sonnettenkrans is verdeeld in de “Voorzang, Het Octaaf, Het Sextet, Echo, Nazang. De voorzang bestaat uit vier sonnetten, het Octaaf uit acht sonnetten, het Sextet uit zes sonnetten, terwijl de Nazang uit drie sonnetten bestaat.”
Dat roept natuurlijk weer een andere vraag op: waarom werd in een nazi-dagblad van mei 1944 zo uitgebreid stil gestaan bij het verschijnsel ‘sonnettenkrans’? Wel, hierom:
“Ter gelegenheid van den 50sten verjaardag van den dichter Martien Beversluis verscheen (…) de sonnettenkrans „Het Zaad”. Martien Beversluis (1894-1966), wie kent hem niet? De dichter die zich van socialist en pacifist tot communist, katholiek, monarchist en uiteindelijk nationaal-socialist ontwikkelde en op het eind van de oorlog burgemeester van Veere was. Maar goed, dat is weer een heel ander verhaal.
Overigens is ook Jeanne Reyneke van Stuwe niet de eerste sonnettenkransbakker van Nederland. Een zoektocht in www.delpher.nl – het Historische Krantenarchief van de Koninklijke Bibliotheek (Den Haag) leverde 110 hits op. Daaruit kan geconcludeerd worden dat de Noord-Nederlandse Simon van Beaumont (1574-1654) en de Zuid-Nederlandse Justus de Harduwijn (1582-1636) aanzienlijk meer aanspraak dan Pfeijffer maken op de betiteling ‘eerste sonnettenkransdichter’ van Nederland te zijn.
Onderstaand de resultaten van de zoektochten in Delpher en in de Nederlandse Poëzie Encyclopedie – via de zoekpagina aldaar. Liefhebbers kunnen zelf verder zoeken in de DBNL, waar vermoedelijk nog vele andere sonnettenkransenbakkers op herontdekking wachten – check: “sonnettenkrans in DBNL“
Marie Ramondt, Nieuwe Rotterdamsche Courant, 29-09-1923. ‘Een Hollandsche Dichterliefde in de 17de eeuw’. (…) ” verzen van een jongen man, liefdezangen van den in 1623 al deftigen pensionaris van Middelburg, Simon van Beaumont, die eertijds (1596) als student in de rechten te Leiden het juichen, de vrees en ‘t verdriet van een jonge, schuchtere liefde bezong in een verzencyclus, waarvan hij een deel afstond aan de [Zeeuwsche] Nachtegael. Vijftien jaar later eerst kreeg van Beaumont’s zoon van zijn vader de toestemming om alle gedichten uit te geven van vroeger jaren en dan zien we in zijn geheel deze dichterliefde van een twee-en-twintigjarige, die vóór Hooft zich waagde aan het sonnet, zelfs aan aan een sonnettenkrans. “(…)
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010026813:mpeg21:a0140
NPE, jaaroverzicht 1900: René de Clercq. Ideaal. Een sonnettenkrans. Siffer, Gent, 1900. 60p.
De Gooi en Eemlander, 04-10-1902. (…) Hilversum, 4 October 1902. Zoals wij reeds hebben medegedeeld, zal de heer C. Andriessen op 10 October e.k. eene reeks zijner compositieén, waaronder vele voor het eerst, alhier ten gehoore brengen. (…) De sonnettenkrans “Gooiland”, te zingen door mevr. Noordewier, is een Jugendwerk, reeds in 1886 gecomponeerd; wellicht zullen zich nog eenige liefhebbers de schoone vertolking van deze liederen door den heer Orelio herinneren.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011165215:mpeg21:a0003
Het Rotterdamsch Nieuwsblad bericht op 06-07-1910 over het overlijden van de Vlaamse dichter Julius Sabbe, die onder meer ‘een sonnettenkrans’ uitgebracht had.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010197017:mpeg21:a0121
J. Persijn, in dagblad Het Centrum, 16-03-1912. ‘DE CATACOMBEN’. XCVIII. Toen eenmaal de student was getemd, kwam de dichter weer vrij. Den 13en Juli dagteekent Schaepman een Sonnettenkrans over de Catacomben met een opdracht aan Alberdingk.”
[Schaepman was politicus/dichter H.J.A.M. Schaepman, 1844-1903]
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010003883:mpeg21:a0134
NPE, jaaroverzicht 1913: Nico van Suchtelen. Liefde’s dool. Sonnettenkrans in vier boeken. Keurboekjes. Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, Amsterdam, [1913]. 71p.
Bernard Verhoeven, Het Centrum, 01-07-1922. Interview met Eduard Brom: (…)”Onderwijl was ik ijverig in tijdschriften aan het publiceeren, o.a. in de Almanak van Thijm. (…) de sonnettenkrans “Felice” en “St. Caecilia” in “De Dietsche Warande” (…)
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010000772:mpeg21:a0108
Dagblad Het Vaderland berichtte op 12-04-1923 over de recente editie van het destijds bekende literaire tijdschrift Mork’s Magazijn, waarin ‘een sonnettenkrans van D. Postema’ afgedrukt was.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010008401:mpeg21:a0187
Rotterdamsch Nieuwsblad, 02-07-1927: (…) Het productievermogen van Jeanne Reyneke van Stuwe doet niet onder voor dat van haar man, den dichter Willem Kloos. Produceert hij op gezette tijden nog altijd zijn sonnettenkransjes, zij haar roman.
Het Vaderland
, 06-04-1936. (…) [Alfred] Hegenscheid [1866-1964] is in zijn jeugd bekend geworden als dichter. (…) De studie, die hij van Goethe en de Duitsche muziek maakte, deed den sonnettenkrans “Muziek en leven” ontstaan.Dat was dit boek: Belijdenis. Een sonnettenkrans van zon en zee en ziel. Libellen-serie nr. 220. Bosch & Keuning, Baarn, [1937]. Omvang: 40 p.
H.B., De Standaard, 18-01-1941: “Jeremia heet de bundel sonnetten, welken Jan H. de Groot [1901-1990] dezer dagen in het licht gaf. (…) Wij eischen natuurlijk niet, dat we door een sonnettenkrans een volledig beeld zullen ontvangen van de wording van een Bijbelboek (…).”
Hans van Straten
, Het Vrije Volk, 05-03-1960: [Over Michel van der Plas, 1927-2013] “Wie zijn bundel Achter de rattenvanger [1959] begint te lezen, krijgt aanvankelijk de indruk dat de tijd voor Van der plas heeft stilgestaan. De sonnettenkrans Eerste Liefde bevat weer dezelfde poëtisering van een jeugdliefde die wel al uit vroeger werk van deze dichter kenden, alleen was het toen nog niet zo knap. (…)”http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010958424:mpeg21:a0429
Dan: in 1979 verscheen in een oplage van 300 ex. de bundel Een echte sonnettenkrans van Fiore del Campo (1947) bij de kleine uitgeverij Váva te Utrecht. Een tweede druk van dit boek verscheen in hetzelfde jaar bij Aarts, Amsterdam , in de Amsterdamse cahier-reeks. Die tweede druk werd gesignaleerd in Het Vrije Volk (23-01-1982) omschreven als ‘Utrechtse studentenlol’.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010545:mpeg21:a0309 Ook Peter Visser heeft een Groningstalige sonnettenkrans uitgebracht, de bibliofiele bundel Gracht. Daarover berichtte Hans Werkman in het Nederlands Dagblad van 15-04-1991.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010559638:mpeg21:a0018 ———————————-
Dit bericht is onderdeel van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie
Geplaagd door geldoverlast? Adopteer een dichter!
Partners: Poëziecentrum Gent | Ensafh | Neder-L |
Poëziecentrum Nederland | Perdu | Poëzieweek |
– www.paukeslag.orgPoëzieactiviteiten bezoeken of aanmelden? Zie: De Poëziekalender
Dit bericht is mede mogelijk gemaakt door:
—————————————-
Overnachten bij Berlijn?
Das Haus