Bij het moeizaam terugploeteren in de tijd stootten we in het jaar 2003 op een wel heel bijzonder soort poëzie: echtscheidingsgedichten. Het aardige is dat ze ook als verkeerspoëzie gelezen kunnen worden:
Er moet een nieuwe weg te vinden zijn.
Ik weet niet welke richting ik moet kiezen.
Het voelt alsof ik stil sta vast te vriezen
aan mijn herinneringen en pijn.
(…)
Dit is het beginfragment van het gedicht ‘Dit gaat over mij’ uit Joke Verweerds bundel Voorbijgaan. Voor wie zit tussen de brokstukken van een relatie (Mozaïek, Zoetermeer, 2003) en gaat volgens mij over een ‘ik’ die vertwijfeld voor een kruising met wegbezuinigde ANWB-richtborden (zie illustratie) staat en dan overvallen wordt door flash-backs van een vreselijke ijzelbui, een winter of wat geleden.
Het meest beangstigende is dat door deze twijfelpartij een nieuwe echtelijke ruzie ontstaat – dat maak ik op uit de omslagillustratie, waarop twee mensen van elkaar af kijken. Of poëzie in deze heilzaam kan zijn, zoals zo af en toe medische vakbladen beweren, is maar zéér de vraag.
Bart FM Droog, 2013.
——————
Dit bericht is onderdeel van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie
Partners: Poëziecentrum Gent | Ensafh | Neder-L |
Poëziecentrum Nederland | Poëzieweek | Perdu |